| 
View
 

Wat zijn mijn rechten

Page history last edited by PBworks 9 years, 10 months ago

 

"Wat zijn mijn rechten?"

 

Je rechten: dat is wat je wel en wat je niet mag. Meestal worden rechten opgeschreven in regels, zoals bijvoorbeeld bij verkeersregels. Als een stoplicht op groen staat, heb je het recht om door te rijden. Als het stoplicht op rood springt, dan moet je stoppen. De meeste regels zijn ook vastgelegd in een wet. Alle regels die in de wet staan zijn officieel en iedereen die zich er niet aan houdt krijgt straf. Als je bijvoorbeeld door rood rijdt krijg je een bekeuring.

 

De rechten van het kind zijn allemaal regels over wat je als kind wel en niet mag. In het Verdrag van de Rechten van het Kind staat ook waar ouders voor moeten zorgen en wat de regering moet doen. Alle landen die het Verdrag ondertekend hebben, vinden bijvoorbeeld dat elk kind het recht heeft om te spelen en om gratis naar school te kunnen. De rechten van het kind zijn dus allemaal regels die jou als kind beschermen en die jou de kans geven prettig op te groeien en actief mee te doen aan de samenleving. Voor jou zijn sommige rechten misschien logisch. Maar in sommige landen is het niet logisch. Gelukkig geldt het Verdrag van de Rechten van het Kind voor bijna alle landen.

 

"Wat zijn mijn plichten dan?"

Bij rechten horen natuurlijk ook plichten. In het Verdrag staan zowel rechten als plichten die gelden voor alle kinderen. Maar ook de rechten en plichten van ouders en van andere volwassenen die voor kinderen zorgen. Ook staan in het Verdrag de plichten van de overheid. Dus voor de regering in Den Haag, het bestuur van de provincie waarin je woont en ook voor het gemeentebestuur in het gemeentehuis.

 

Al deze volwassenen samen moeten ervoor zorgen dat je als kind krijgt waar je recht op hebt. Je ouders zorgen er bijvoorbeeld voor dat je een dak boven je hoofd hebt. Je leraar is er om je iets bij te brengen op school. De overheid moet zorgen voor goed en gratis onderwijs. Maar in Nederland is er de leerplicht. Dus jij bent verplicht om tot je 16e jaar naar school te gaan. Het is dus niet de bedoeling dat je gaat spijbelen.

Als je rechten hebt, heb je dus ook altijd plichten. Je hebt het recht om te zeggen wat je denkt. In het Verdrag is dit het recht van vrijheid van meningsuiting. Maar dat betekent niet dat je anderen mag beledigen of discrimineren. Hierbij heb je dus de plicht altijd rekening te houden met anderen.

 

In het echt werden de Rechten van het Kind op 20 november 1989 aanvaard door de Verenigde Naties. Op de eerste Wereldtop voor Kinderen, die op 29 september 1990 in New York werd gehouden, hebben bijna alle landen van de wereld, behalve Somalië en de Verenigde Staten een afspraak ondertekend waarin ze beloofden dat ze de situatie van de kinderen op basis van de Rechten van het Kind zouden verbeteren.

 

In het verdrag staat dat alle kinderen recht hebben op liefde en zorg. Dit is jammer genoeg niet altijd zo. De meeste vaders en moeders zijn goede ouders. Maar er zijn ook vaders en moeders die niet goed weten hoe ze met hun kinderen om moeten gaan. Het is belangrijk dat alle kinderen beschermd worden door volwassenen. Kinderen zijn zo kwetsbaar als ... kinderen.

 

Er zijn 54 regels, dat wil zeggen 54 afspraken. Heb de veertig belangrijkste opgeschreven.

 

In deze 40 regels staat waar alle kinderen recht op hebben.

 

Regel 1

Daarin staat dat iedereen die nog geen 18 jaar oud is, een kind is.

 

Regel 2

Volgens dit artikel zijn alle kinderen gelijk. Dat is natuurlijk niet zo. Iedereen is anders. Ze bedoelen met dit artikel dat je met alle kinderen eerlijk en gelijk moet omgaan. Je mag niemand voortrekken of in de steek laten omdat hij of zij een andere kleur haar heeft. Of omdat hij of zij in Jezus gelooft of in Mohammed, of omdat hij of zij arm is of rijk.

 

Regel 3

In dit artikel staat dat je ouders bij alles wat ze doen, rekening moeten houden met jou. Als je ouders niet goed voor je kunnen zorgen, moeten we er met elkaar voor zorgen dat iemand anders voor jou zorgt.

 

Regel 4

De overheid, dat is zeg maar de regering, moet ervoor zorgen dat er rekening gehouden wordt met de rechten van alle kinderen.

 

Regel 5

Je ouders hebben een hele belangrijke taak. Ze zijn verantwoordelijk voor jou. De overheid moet ervoor zorgen dat de ouders hun kinderen goed opvoeden.

 

Regel 6

Je hebt recht op leven en op een kans om plezierig en vrij op te groeien.

 

Regel 7

Als je geboren wordt, heb je recht op een naam en een nationaliteit. De nationaliteit geeft aan welke overheid er voor je moet zorgen. Soms kun je meer dan één nationaliteit hebben, als je bijvoorbeeld in een ander land wordt geboren dan het land waar je ouders zijn geboren.

 

Regel 8

De overheid heeft respect voor jouw naam en nationaliteit. Respect wil onder meer zeggen: eerbied, ontzag. Dat betekent dus iets! Stel dat je ontvoerd wordt en daarna een andere naam krijgt! De overheid helpt jou dan om je eigen naam weer terug te krijgen.

 

Regel 9

Alle kinderen hebben het recht om bij hun ouders te wonen. Als je ouders gaan scheiden, mag je allebei je ouders blijven zien, behalve als dat niet goed voor je is.

 

Regel 10

De overheid moet ervoor zorgen dat je samen met je ouders een gezin kunt vormen.

 

Regel 11

De overheid moet ervoor zorgen dat je als kind niet ontvoerd kan worden naar een ander land.

 

Regel 12

Als kind mag je een mening hebben over alles wat met jou te maken heeft.

 

Regel 13

Je mag niet alleen een mening hebben, je hebt ook het recht om deze mening te vertellen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je zomaar iemand gaat uitschelden. Je moet altijd respect proberen te hebben voor iemand anders. Je moet iemand anders dus altijd met eerbied proberen te behandelen.

 

Regel 14

Je mag je eigen gedachten en geloof hebben. Je ouders zijn natuurlijk wel verantwoordelijk voor je.

 

Regel 15

Alle kinderen mogen bij elkaar komen met wie ze maar willen. Je mag je eigen vereniging of club oprichten als je wilt.

 

Regel 16

Als kind heb je recht op je privacy, op je ‘uppie’, je eigen leven. Mensen mogen zich niet ongevraagd bemoeien met jouw leven, je familie, je huis en je eigen post.

 

Regel 17

De overheid moet ervoor zorgen dat alle kinderen informatie krijgen zodat je alles kunt weten wat voor jou belangrijk is.

 

Regel 18

Je ouders zijn verantwoordelijk voor jou. De overheid helpt je ouders daarbij. Er bestaat bijvoorbeeld kinderopvang, zodat je ouders kunnen blijven werken.

 

Regel 19

Geen enkel kind mag mishandeld worden.

 

Regel 20

Wanneer je als kind niet in je eigen gezin kan leven, heb je recht op bescherming. Zo kun je bijvoorbeeld in een pleeggezin of in een kindertehuis gaan wonen.

 

Regel 21

Een kind mag alleen door andere mensen geadopteerd en opgevoed worden als dat goed is voor het kind. Adoptie betekent dat volwassen mensen een kind aannemen en het kind gaan verzorgen en beschermen alsof het hun eigen kind is. Adoptie door mensen die in een ander land wonen mag alleen als dat de enige oplossing is.

 

Regel 22

Een vluchteling is iemand die bedreigd wordt met vervolging (dat wil zeggen: hij wordt ergens van beschuldigd, moet daarvoor terecht staan in een rechtbank en loopt de kans dat hij straf krijgt) of gevangenschap. Kinderen die met of zonder hun ouders vluchten, hebben recht op bescherming. De overheid moet altijd proberen om de ouders van de gevluchte kinderen op te sporen.

 

Regel 23

Kinderen die gehandicapt zijn, hebben speciale zorg nodig. Het is namelijk belangrijk dat een kind met een handicap een zo normaal mogelijk leven kan leiden.

 

Regel 24

De overheid moet er op letten dat het zo goed mogelijk gaat met de gezondheid van alle kinderen. De overheid zorgt er bijvoorbeeld voor dat er voldoende eten en schoon drinkwater is. Ook helpen rijke landen de armere landen om kinderen goede gezondheidszorg te geven.

 

Regel 25

Soms wordt je als kind uit huis geplaatst. Dan kom je te wonen bij een pleeggezin of in een tehuis voor kinderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld om je een betere verzorging te geven of om je te beschermen.

 

Regel 26

De overheid geeft geld en zorg aan mensen die dat nodig hebben. Dit wordt sociale zekerheid genoemd. In Nederland is de sociale zekerheid voor kinderen meestal geregeld via de ouders.

 

Regel 27

Als kind heb je het recht om je zo goed mogelijk te ontwikkelen. Daarom hebben ouders de taak om te zorgen voor voldoende eten, een woning en goede kleding. De overheid zorgt ervoor dat ouders dat kunnen.

 

Regel 28

Omdat onderwijs heel belangrijk is, moeten alle kinderen naar school. Ieder kind heeft recht op basisonderwijs. De overheid geeft kinderen ook informatie, vertelt ze over de verschillende beroepen die je na school kunt kiezen.

 

Regel 29

Het onderwijs dat je als kind krijgt, richt zich op:

a. De ontwikkeling van jou als kind

b. Respect van mensenrechten

c. Vrede, vriendschap en respect voor iemand anders

d. Respect voor alle gebruiken van de eigen cultuur en die van andere culturen. Een cultuur is een groep mensen (bijvoorbeeld de mensen in een land) die op een bepaalde manier met elkaar omgaan. Dat heeft niet alleen met waardering voor elkaar te maken en het gevoel dat ze bij elkaar horen, maar ook met de manier waarop ze met het verleden omgaan, wat ze van de geschiedenis belangrijk vinden om te bewaren en te onthouden, en de manier waarop ze zich volgens bepaalde waarden en normen willen ontwikkelen.

e. Respect voor het milieu

 

Regel 30

Kinderen uit minderheidsgroeperingen zijn kinderen die behoren tot een etnische of godsdienstige minderheid, een taalminderheid of die behoren tot de oorspronkelijke bevolking van een land. Etnisch is een ander woord voor: behorend bij een volk of bevolkingsgroep. Een kind dat hoort bij een minderheidsgroep in het land, heeft het recht om zijn/haar eigen cultuur te beleven, godsdienst te belijden of taal te gebruiken.

 

Regel 31

Kinderen hebben recht op vrije tijd en het recht om te spelen. Ze moeten recreatieve dingen kunnen doen, dingen dus, waarvan ze het gevoel krijgen dat ze er ontspannen en uitgerust van raken. Dat zijn sport- en spelactiviteiten, maar ook bezigheden die te maken hebben met bijvoorbeeld kunst, muziek, dans en toneel.

 

Regel 32

De overheid moet voorkomen dat andere mensen geld verdienen aan het werk van kinderen. Als kind moet je beschermd worden tegen gevaarlijk en schadelijk werk.

 

Regel 33

De overheid moet regels en wetten maken die kinderen beschermen tegen drugs. Dat zijn middelen die niet goed zijn voor je gezondheid omdat ze ervoor kunnen zorgen dat je lichaam niet meer zonder die middelen kan of omdat ze ervoor kunnen zorgen dat je niet meer helder kunt denken. De overheid moet er ook voor zorgen dat er op scholen informatie is over drugs.

 

Regel 34

Je moet als kind beschermd worden tegen seksueel misbruik. Dat wil zeggen dat volwassen mensen geen plezier aan jouw lichaam mogen beleven als jij dat niet wil. Niemand mag aan je onderbuik zitten behalve jij zelf. Ook mogen volwassen mensen je niet dwingen iets met hun lichaam te doen als jij dat niet wilt. Jij bent de baas over je eigen lichaam. Daarom moet de overheid er ook voor zorgen dat kinderen niet in aanraking komen met prostitutie (dat is het betalen voor seksuele handelingen) en kinderpornografie (boeken, films of foto’s waarop kinderen staan afgebeeld met de bedoeling dat volwassen mensen die daar naar kijken zich er prettiger door voelen).

 

Regel 35

De overheid mag het nooit laten gebeuren dat kinderen worden ontvoerd, verkocht of verhandeld.

 

Regel 36

Je moet als kind beschermd worden tegen alle vormen van misbruik. Als je niet beschermd wordt kan dat slecht zijn voor je verdere ontwikkeling.

 

Regel 37

Je mag als kind niet gemarteld worden en je mag geen wrede straffen krijgen. Ook mag je niet veroordeeld worden tot de doodstraf of levenslange opsluiting in de gevangenis.

 

Regel 38

Tijdens oorlogen moeten kinderen extra goed beschermd en verzorgd worden. Als je jonger bent dan vijftien ben je te jong om in het leger te gaan...

 

 Regel 39

Als je als kind ergens slachtoffer van bent, heb je recht op passende zorg. Dit geldt vooral voor kinderen die slachtoffer zijn van verwaarlozing, misbruik, slechte behandeling, bestraffing of gewapende ruzies.

 

Regel 40

Als je de wet overtreedt of als je ervan wordt verdacht dat je de wet hebt overtreden, heb je als kind recht op een eerlijk proces en juridische steun. Juridische steun is de hulp die je nodig hebt van iemand die precies weet wat er volgens de wet wél mag en niet mag. Zo iemand heeft rechten gestudeerd en heet een advocaat. In Nederland kan je als kind bij een lichte overtreding voor de rechter komen zonder dat je hulp krijgt van een advocaat.

 

Comments (0)

You don't have permission to comment on this page.